ZOT VAN GOD
- Amber van Sprundel & Corianne Bartels
- 6 apr 2016
- 5 minuten om te lezen

Opgegroeid met de Bijbel en iedere zondag trouw naar de kerk. Extreem gelovig gedateerd? Niet voor Hannah en Peter. Zij zijn orthodoxe protestanten die leven in de Nederlandse Bijbelgordel. Toch geven zij zich niet zomaar over aan het woord van hun God.
Wanneer we de auto uitstappen, staat Hannah al in de deuropening naar ons te zwaaien. “Wat leuk om jullie te zien. Welkom!”, roept ze enthousiast. Zij en haar man Peter wonen samen met hun kinderen middenin de Nederlandse Bijbelgordel. Hoewel het protestantisme er bij zowel Hannah als Peter met de paplepel is ingegoten, zoeken zij nog altijd naar antwoorden.
Hannah: “Ik vond het nooit gemakkelijk om het geloof zomaar te aanvaarden. Ik vraag me nog elke dag af of ons geloof wel het juiste is.” Hannahs leven begon dan ook niet gemakkelijk. Ze werd als driejarig kind geadopteerd vanuit Sri Lanka, waar ze boeddhistisch werd opgevoed, en woog slechts acht kilo bij haar aankomst in Nederland. “Ik moest een nieuwe taal leren, ik had ineens blanke ouders en mijn adoptievader was ernstig ziek. Mijn oorspronkelijke religie verdween daardoor al snel naar de achtergrond.”
Wel moest Hannah wekelijks mee naar de kerkgemeente van haar adoptieouders. “Toen kon ik er eigenlijk weinig van zeggen. Je gaat mee naar de kerk zonder er veel over na te denken. Op zondag was het bij ons altijd leuk, heel het gezin was bij elkaar. Die dag is dan ook echt rustdag bij ons. Zo mag je dan bijvoorbeeld niet fietsen of autorijden. Wandelen mag wel. Dus wandelden we twee keer naar de kerk en thuis speelden we spelletjes.”
GEVOEL VAN WARE LIEFDE Op zesjarige leeftijd werd Hannah opstandig. Niet geheel toevallig overleed toen ouderling Jan, een oude man waar Hannah kind aan huis was. “Hij was voor mij als een vader én een grootvader. Met hem kon ik werkelijk over alles praten. Ondanks dat ook mijn ouders heel veel van mij houden, gaf hij mij het gevoel van ware liefde.” Na zijn overlijden verhuisde zijn vrouw naar Gouda. Voor Hannah voelde het alsof ze niets meer had. “Ik dacht nu heb ik iemand om mee over het geloof te praten en dan neemt God hem van mij af. Vanaf dat moment ben ik enorm over het geloof gaan nadenken.”
Toch kwam ze nooit in opstand. Haar moeder duldde geen tegenspraak en nam haar gewoon elke week mee naar de kerk. Maar naarmate Hannah ouder werd, begon ze zich steeds meer vragen te stellen. Zeker toen ze een relatie kreeg met Peter. Hij kwam uit een veel strengere gereformeerde gemeente. Zijn moeder gaat zelfs drie keer naar de kerk op zondag. “Toen ik Peter leerde kennen, wilde ik eigenlijk niet meer naar de kerk gaan. Ik worstelde er erg mee dat er zoveel verschillende stromingen zijn, want wat is dan de juiste?”
Aan de andere kant wist Hannah wel dat het geloof ook haar geluk is geweest. Ze kwam uit een land waar hongersnood heerste. Als ze niet in Nederland terecht was gekomen, dan had ze het misschien niet overleefd in haar thuisland. “Ik besefte dat er iemand daarboven is die me in leven wil houden en daar kan ik maar beter naar luisteren. Dat vond ik toch een beetje een beangstigende gedachte.”
BEKROMPEN BEPERKINGEN Hoewel Hannah het geloof soms als beangstigend ziet, ligt het voor haar man Peter anders. “Het geloof is voor mij niet bekrompen. Ik zie het niet als iets dat zegt: ‘Je mag dit en dat niet doen.’ Als je partner je vraagt iets niet te doen, dan zie je dat ook niet als een beperking. Je doet het gewoon, uit liefde. Net zoals wij alles doen uit liefde voor God.”
Maar ondanks dat hij het anders bekijkt, heeft ook Peter soms moeite met het geloof en de autoriteit van God. “Een huisdier weet wie zijn baasje is, maar wij weten niet wie Het is. We zijn God kwijt. Hij heeft ons uit zijn gemeenschap gezet toen we van de verboden vrucht hebben gegeten. Zelf kunnen we daar geen plaats meer verdienen. Hij stuurde zijn zoon Christus en die kan mensen weer terugbrengen in de gemeenschap van God. Dat is de genade die Hij ons schenkt.”
Hoewel de hemel een vaststaand feit lijkt, vreest Peter dat er uiteindelijk toch geen hemel zal zijn. Gelukkig kan hij bij momenten van twijfel altijd bij zijn dominee terecht. “Ik vroeg hem eens hoe hij zich zou voelen als er geen hemel of hel zou zijn. Zou dat geen enorme teleurstelling zijn? Mijn dominee zei: ‘Ja, maar stel dat er wel een hemel en een hel zijn? Wat dan? Laat mij hier dan maar bekrompen leven. Ik neem liever het zekere voor het onzekere.”

De brede en de smalle weg richting de hemel en de hel.
BREDE OF SMALLE WEG? Afgezien van zijn twijfels, is Peter wel zeker dat ongelovigen het mis hebben. “Stel je ziet een kind richting het water lopen en je weet dat het niet kan zwemmen. Wat doe je dan? Het redden. Dat vanzelfsprekende gevoel heb ik bij ongelovigen, alleen kan ik niets doen. Ik wil mensen niets opdringen.”
Gelukkig is er ook voor de ongelovigen altijd nog een manier om toch naar de hemel te gaan. Aan de hand van een oude kaart vertelt Hannah welke weg je moet afleggen om in de hemel te komen. “Je hebt een smalle en een brede weg. Via de smalle weg vol obstakels loop je naar de hemel en via de brede, vrije weg loop je naar de hel. Tot op het einde van je leven zijn er bruggen naar de andere kant. Dus er is altijd nog een weg naar de hemel.”
Hannah hoopt dan ook dat ze uiteindelijk in de hemel terechtkomt. “Peter is misschien al halverwege op de weg naar God, terwijl ik nog op het nulpunt ben. Toch hoop ik ooit op de smalle weg te geraken. Ik wil een kind van God worden, zodat ik in zo’n rust mag komen te sterven.”
AMEN
PROTESTANTISME ≠ KATHOLICISME In Nederland wonen relatief veel protestanten, vooral in de Bijbelgordel. Dat is de benaming voor een vrij brede strook die loopt van de provincie Zeeland naar de provincie Overijssel. Ook binnen het protestantisme zijn er verschillende gradaties tussen de kerkgemeentes. Zo is de ene gemeente strenger dan andere.
Pas sinds de zestiende eeuw wordt er onderscheid gemaakt tussen de rooms-katholieke en de protestantse kerk. Theologen als Luther, Calvijn en Zwingli waren het niet eens met de leer van de kerk en riepen op tot hervormingen. Uiteindelijk zorgde de Beeldenstorm in 1679 voor een definitieve scheuring in de kerk.
Ondanks sterke interne verschillen denken protestanten vaak hetzelfde over het katholicisme. Ze geloven niet dat de kerk God vertegenwoordigt en daardoor tussen God en de ‘gewone’ gelovigen in staat. Volgens hen staat elk mens namelijk rechtstrees in contact met God. Daarnaast zijn er diverse verschillen die zich niet alleen kenmerken in de geloofsuitoefening, maar bijvoorbeeld ook in het sober interieur van protestantse kerken.
De namen van de personen in dit artikel zijn wegens privacyredenen veranderd.
Comentários